Geschiedenis



Toponymie

Het toponiem Velp is van Keltische oorsprong. De laatste p is afkomstig van apa (water) en het eerste deel komt mogelijk van falwa (vaal), naar de kleur van het water van de Raam. Een andere verklaring wijst naar felwa (wilg), en in dat geval zou Velp dus wilgenwater betekenen.

Geschiedenis

De oudste vermelding van Velp is op een vroegmiddeleeuwse goederenlijst. Hierin werden de bezittingen van het Kapittel van Sint-Vincentius uit Zinnik beschreven. Het verhaal gaat dat het kapittel in de 8e eeuw de relieken van deze heilige in veiligheid moest brengen om ze te behoeden voor de Noormannen. Aldus kwamen ze in Fellepa terecht waar de heer van Velp ongeneeslijk ziek was. Hij beloofde de helft van zijn bezittingen aan de heilige (lees: het kapittel) te schenken, in ruil voor genezing. Hij genas, maar weigerde zijn gelofte gestand te doen, waarop hij opnieuw ziek werd. Pas toen hij opnieuw genezen was gaf hij het beloofde. Aldus zou de band met het kapittel zijn ontstaan. Gedurende lange tijd ontving dit kapittel nog de tienden van de Heer van het Land van Herpen, waartoe Velp in de middeleeuwen bestuurlijk behoorde. Later werd dit het Land van Ravenstein.

Velp had nauwe betrekkingen met het naburige Reek, waarmee het een schepenbank had. Bovendien was Reek vanouds afhankelijk van de parochie te Velp.

De Sint-Vincentiuskerk van Velp bestond vermoedelijk reeds in de 10e eeuw. In later jaren werd Vincentius Madelgarius als patroonheilige van de kerk vervangen door een van de andere heiligen van die naam, namelijk Vincentius van Zaragoza. In 1937 werd een nieuwe parochiekerk ingewijd, maar het oude kerkje bleef behouden.

Overstroming van de Maas bij het Kapucijnenklooster

In 1645 werd het Klooster Emmaüs door de Kapucijnen gesticht. In het Land van Ravenstein heerste godsdienstvrijheid, reden waarom zich hier veel kloosters vestigden.

Ook in de 19e eeuw werden er te Velp nog twee kloosters gesticht, en wel het Redemptoristinnenklooster De Bronkhorst dat vanuit Brugge gesticht werd in 1858 en in 1993 werd verlaten. Paters Jezuïeten stichtten in 1860 een noviciaat, genaamd Mariëndaal. Het complex werd in 1887 uitgebreid met een voorziening voor oudere priesters, genaamd Oldenzaal. Het complex en het landgoed werd door de paters in 1966 verkocht aan De Binckhof, een instituut voor mensen met een verstandelijke handicap.