Hent de Veldwachter



Verslag van het boek

“Hent, de dorpsagent”.

Roman geschreven door zijn kleinzoon Frans Pennings.
Uitgeverij Free Musketiers, Zoetemeer. ISBN 978-90-484-2636-2.
Hoofdpersoon: Henricus (Hentje) Pennings, veldwachter.
Plaats(en) van handeling: Herpen, Schaijk, Reek, Velp, Grave.

Deze tekst is opgesteld na het lezen van het boek én een gesprek met de schrijver om fictie en realiteit te kunnen onderscheiden.

De historische feiten.
Hent Pennings was de laatste veldwachter in dienst van de gemeente Velp. Hij werd geboren op 24-11-1867 te Herpen. Aanvankelijk stroopte hij op wild en vis in Herpen en omgeving. Per 1-8-1895 werd hij benoemd tot assistent-veldwachter in de gemeente Schaijk. Burgemeester was Tinus Oliemeulen, tevens molenaar te Schaijk. Hij werd later opgevolgd door dhr. Van Bronckhorst. Gemeentesecretaris was dhr. Van Kemenade (de sic). Veldwachter was Harrie Poels.
In de gemeente Velp was dhr. Gervers burgemeester. Deze leefde in onmin met zijn veldwachter die (volgens een bericht in de Staatscourant) per 1 oktober 1915 werd ontslagen. Op dezelfde dag werd Hentje Pennings benoemd tot veldwachter van Velp en waarnemend veldwachter van Reek. Hentje ging met zijn gezin wonen aan de Bronkhorstweg in een pand dat hij moest delen met het hoofd van de school (meester Appels?). Het was in het pand waar later Wim Siebers met zijn gezin woonde (Bronkhorstweg 66-68).

Het kantoor van de veldwachter was in het gemeentehuis, ook aan de Bronkhorstweg 11. Daar was ook een cel voor een eventuele gevangene. Gemeentesecretaris was dhr.Peeters, later opgevolgd door dhr. Velthuijsen. De gemeentesecretaris woonde in de Basiliushoeve Basilius van Bruggelaan 1. Burgemeester Friezen werd per 1-1-1919 benoemd tot burgemeester van Valkenswaard. Op dezelfde datum werd een nieuwe burgemeester van Velp én Grave benoemd n.l. mr. L.J.J.M. (Louis) Ficq.

Hent Pennings deed zijn werk als veldwachter tot begin 1933. Om gezondheidsredenen werkte hij daarna als gemeentebode tot 1939. Hij overleed te Velp op 23-2-1941 en is aldaar begraven.

Personen.
Volgens de proloog van dit boek zijn alle personen die een openbare functie vervulden, met hun eigen naam vernoemd. Bij andere in het boek voorkomende personen zijn de namen geheel “toevallig” gekozen. Echter, bij navraag blijken de volgende namen toch historisch:
De familie Boreel de Mauregnault, (straat)
Dr. Kanters, de oudere, uit de Klinkerstraat in Grave
Jan Stap, bijnaam voor Jan Nabuurs, de parmantig stappende gemeentebode en marktmeester van Grave.
Jan Delhaes, postbode, woonde in Reek.
Jan Fliervoet, ambtenaar van Rijkswaterstaat, woonde aan de Rijksweg/Arnaud van Gelderweg, tegenover huidige stadhuis.
Piet van Haren, boer, actief in de gemeentepolitiek. Woonde aan de Vogelenzangseweg. Boerderij is afgebroken.

Straat- en veldnamen.
Venesteinlaan (in het boek genaamd Venestelaan)
Hanenstraat (in het boek genoemd Haansestraat)
Pannenstaartseweg (in het boek genoemd Pannesteeg)
Zaalheuvel
De Galgenbergen; hiermee worden bedoeld de zandheuvels bij kamp Driehuis aan de Bosch en Duinweg.
Tolweg: zou overeen moeten komen met de huidige Kranenhofseweg.
Kan ook zijn dat deze benaming gold voor het verlengde van deze weg die vanaf de splitsing achter de kazerne richting Brouwketel loopt.

Café
Den Tol (huidige pannenkoekenhuis)
De Nachtegaal (huidige ABC)
De nieuwe Elft (Schippers)
Het Wachthuis (Reek)
De Brouwketel (Escharen)

Verenigingen.
Het is zeker dat er in Velp een gilde is geweest n.l. het St. Vincentiusgilde. Meer hierover is te vinden in het archief van het gildewezen in Noord-Oost Brabant.
Verder is er in het boek sprake van een waarborgfonds. Ook dit is historisch. Een waarborgfonds was een voorloper van onze huidige verzekering.
Ook was er in het verleden sprake van bepaalde stansorganisaties zoals b.v. de N.C.B. (Nederlandse Christelijke Boerenbond), K.P.J. (Katholieke Plattelands Jongeren) en de V.W.V. (Velpse Winkeliersvereniging).

Tot slot nog enkele kanttekeningen die nader onderzoek verdienen.
Volgens schrijver was het gebruikelijk om tijdens de jaarwisseling lawaai te produceren, zoals het vernoemde carbid schieten Meifeesten (feesten rond de meiboom, lentefeest) hebben volgens schrijver plaatsgevonden en werden georganiseerd door het gilde. De meiboom werd op of omstreeks 1 mei opgericht, versierd met linten en kransen en was het middelpunt van allerlei volksvermaken.
Schrijver heeft aan Velps Heem ter hand gesteld:
De Algemene Politie-Verordening (A.P.V.) voor de gemeente Velp, Vastgesteld op 15-12-1918. Dit gebeurde o.a. vanwege een heersende difterie-epidemie. Deze veroorzaakte kroep, een door difterie met pseudo-membraamvorming veroorzaakte vernauwing van het strottenhoofd, meestal gepaard gaande met een eigenaardige, benauwde hoest (keel-krop).
Start verbouwing van het Jezuïtenklooster in 1922 in verband met de start van een Groot Seminarie (priesteropleiding) in dit klooster. Ambtsketen van de burgemeester van Velp. Waar is die gebleven??



0verlijdings Bericht

VELP (bij Grave)

IS MEMORIAM H. PENNINGS.
Op Asch-Woensdag had alhier de plechtige
uitvaart en begrafenis plaats van den heer H.
Pennings. oud-veldwachter van onze gemeente,
die laatstleden Zondag was overleden.
Te 10 uur werd de plechtige H. Mis van Requiem
opgedragen door den pastoor. Vele Velpenaren
waren aanwezig w.o. de burgemeester
L. Ficq. Na deze H. Mis had de begrafenis plaats
op het parochiale kerkhof.
De heer H. Pennings werd op 24 Nov. 1867 te
Herpen geboren en trad in 1908 als boswachter
in dienst bij wijlen den heer Mr. Aug. J. M.
H. van Baar, raadsheer bij het Gerechtshof te
's-Bosch. In deze functie werd hij op 2 Jan.
1909 als onbezoldigd veldwachter beëdigd. Op
15 Sept. 1915 werd de heer Pennings benoemd
tot gemeenteveldwachter onzer gemeente, welke
functie hij bekleedde tot 1 Nov. 1933. Nadien
bekleedde de heer Pennings nog enige jaren
de functie van gemeentebode, totdat een slepende
ziekte hem aantastte, waardoor hij sedert
enige jaren tot volkomen rust gedwongen was.
De heer Pennings werd bij zijn superieuren,
medebeambten en ook in Velp algemeen geacht.
Zijne ziel ruste in vrede.



1.


2.


3.