In de 10de en 11de eeuw reisden kanunniken van het St.
Vincentiuskapittel in Zinnik (Soignies, Henegouwen) minstens
tweemaal met relieken van hun beschermheilige Vincentius
Madelgarius en diens zoon naar hun ‘Fernbesitz’ in Velp aan de
Maas. Op hun bezit in Velp verrees een aan St. Vincentius gewijde
kerk waarin deze heilige minstens tot in de 19de eeuw werd vereerd.
De heilige kloosterstichter en belijder Vincentius Madelgarius maakte
hierbij al voor 1675 plaats voor de heilige diaken en martelaar
Vincentius. Ook de huidige, uit 1937 daterende parochiekerk is aan
deze heilige gewijd.
De voormalige parochiekerk, aan de Pastoor Loefsweg, staat op de
oude Maasdijk buiten het huidige centrum van het dorp. De oude kerk
ligt tussen het capucijnenklooster Emmaüs en het klooster van de
zusters redemptoristinnen op de plaats van het oude goed ‘De
Bronkhorst’ (gesticht in 1858). Omdat Velp binnen de autonome
heerlijkheid Ravenstein lag, kon de katholieke religie hier in de 17de
en 18de eeuw in vrijheid worden beoefend Voor de katholieke
inwoners van het Staatse Grave was de kerk van Velp in de 17de en
18de eeuw de dichtstbijzijnde waar zij ter kerke konden gaan. De oude
parochiekerk bleef in gebruik tot 1937.
Nadat op 4 januari 1937 was aangevangen met de bouw van een
nieuwe kerk (onder leiding van de architecten C.M. van Moorsel en M.
van Beek) en op 14 april door pastoor A. van Hout (1932-1957) de
eerste steen was gelegd, werd zij op 20 september 1937
geconsacreerd door A.F. Diepen, bisschop van 's Hertogenbosch.
Deze nieuwe kerk ligt in het geografische middelpunt van de parochie,
1500 meter ten zuiden van de oude kerk. Hier is sindsdien een nieuw
dorpscentrum ontstaan. De parochiepatronen zijn St. Vincentius (de
diaken) en St. Antonius van Padua. De laatste patroon werd
toegevoegd omdat de kerk mede tot stand kwam dank zij een
renteloos voorschot uit het St. Antoniusfonds (vgl. Biest-Houtakker en
Netersel, H. Antonius van Padua).
Het in 1937 in onbruik geraakte St. Vincentiuskerkje werd tijdens de
Tweede Wereldoorlog beschadigd en raakte daarna sterk in verval.
Het werd tussen 1960 en 1965 gerestaureerd onder leiding van
architect J. Strik, waarbij de 17de en 18de eeuwse toevoegingen
werden verwijderd. Dankzij de opgravingen tijdens de restauratie van
het kerkje heeft men de verschillende bouwfases kunnen
reconstrueren. Als je het kerkje binnengaat, zie je rechts het
metselwerk in grijze tufsteen, een vulkanische steen uit de Eiffel.
Deskundigen denken aan de 10de eeuw anderen aan de 12de eeuw.
Dit muurwerk is veel ouder dan de rest van het kerkje en tevens de
oudste muur van Grave.
|